Versie:
12.2.9 (2012-10-22)
Copyright © 2012 Novell, Inc.
Het is toegestaan om dit document te kopiëren, verspreiden en/of te wijzigen onder de voorwaarden van de GNU Free Documentation License, versie 1.2 of een latere versie, gepubliceerd door de Free Software Foundation, zonder invariante secties en zonder omslagteksten, zowel voor- als achterzijde. Een kopie van de licentie is bijgevoegd in het bestand fdl.txt
.
Als u opwaardeert van een oudere versie naar deze uitgave van openSUSE, kijk dan naar de vorige uitgavenotities hier: http://nl.opensuse.org/openSUSE:Release_Notes
Deze uitgavenotities beslaan de volgende gebieden:
Paragraaf 1, “Diversen”: Deze items zijn automatisch vanuit openFATE ingevoegd, het systeem voor beheer van functies en verzoeken (http://features.opensuse.org).
N.v.t.
Paragraaf 2, “Installatie”: lees dit als u het systeem vanaf niets wilt installeren.
Paragraaf 3, “Algemeen”: informatie die iedereen zou moeten lezen.
Paragraaf 4, “Systeemopwaardering”: zaken die verband houden met het proces van opwaarderen van de vorige uitgave naar deze versie van openSUSE.
Paragraaf 5, “Technisch”: deze sectie bevat een aantal technische wijzigingen en verbeteringen voor de ervaren gebruiker.
In Start-Up vindt u stap-bij-stap installatie-instructies, evenals introducties in de KDE- en Gnome-bureaubladen en de LibreOffice suite. Ook onderwerpen over basis beheertaken, zoals gebruik en softwarebeheer en een introductie in het gebruik van de bash-shell.
De referentie-handleiding dekt in detail beheer en systeemconfiguratie en legt uit hoe verschillende netwerkdiensten ingesteld kunnen worden.
De Beveiligingshandleiding introduceert basisconcepten voor systeembeveiliging, die zowel lokale als beveiligingsaspecten in het netwerk dekt.
De handleiding voor systeemanalyses en afregelen (System Analysis and Tuning Guide) helpt bij het vinden en oplossen van problemen en met optimalisatie.
Virtualisatie met KVM biedt een introductie in het opzetten en beheren van virtualisatie met de hulpmiddelen KVM, libvirt en QEMU.
De geheugentest (memtest) die mogelijk is voorafgaand aan de installatie van de media van openSUSE 12.2 is fout gecompileerd. Deze rapporteert fouten in test 7 op goede RAM-modules. Gebruik de openSUSE 12.1 media als u memtest wilt uitvoeren.
Bij het opwaarderen van openSUSE 12.1 (of ouder), zal een openSSH-verbinding worden gesloten wanneer het nieuwe openssh pakket wordt opgewaardeerd. Als u bezig bent met "zypper dup" over SSH, voer "zypper dup" dan uit in een opnieuw te starten terminalmultiplexer (bijv. "screen" of "tmux") zodat u gemakkelijk opnieuw kunt verbinden of minstens immuun bent voor verlies van de verbinding (bijv. via "nohup").
Enkele bureaubladcomponenten hangen af van services die alleen door systemd worden geleverd. Hoewel openSUSE 12.2 slechts basis ondersteuning voor het opstarten van een systeem met sysvinit als terugval mogelijkheid, wordt desondanks sysvinit beschouwd als verouderd en mogelijk zelfs fout of in bepaald opzicht gebroken. Als u een probleem hebt met een systeem dat opstart via sysvinit, gebruik dan systemd alvorens bugrapporten in te dienen.
cryptoloop heeft bekende zwakheden en wordt daarom beschouwd als verouderd en sinds jaren in het voordeel van dm-crypt. aankoppelen (bijv., via /etc/fstab
) en losetup hebben nu eindelijk ondersteuning laten vallen voor cryptoloop. Dit betekent oude fstab-items die cryptoloop gebruiken om versleutelde containers niet langer op deze manier werkt. De containers kunnen toch nog steeds worden benaderd met dm-crypt (/etc/crypttab
). Kijk bijvoorbeeld naar http://en.opensuse.org/Encrypted_Filesystems hoe de nieuwe methode te gebruiken.
Als versleutelde partities niet automatisch worden aangekoppeld met systemd, dan kan de vlag noauto
in /etc/fstab
voor deze partities de oorzaak zijn. Deze vlag vervangen door nofail
zal het repareren. Wijzig bijvoorbeeld de volgende regel:
/dev/mapper/cr_sda3 /home ext4 acl,user_xattr,noauto 0 2
in
/dev/mapper/cr_sda3 /home ext4 acl,user_xattr,nofail 0 2
Met openSUSE 11.3 schakelden we om naar KMS (Kernel Mode Setting) voor Intel, ATI en NVIDIA grafische systemen, wat nu onze standaard is. Als u problemen tegen komt met de ondersteuning van het KMS apparaatstuurprogramma (intel, radeon, nouveau), schakel KMS dan uit door nomodeset
toe te voegen aan de commandoregel van de kernel boot. Om dit permanent in te stellen bij gebruik van Grub 2, voeg het als root toe aan de GRUB_CMDLINE_LINUX_DEFAULT
optieregel van het laden van de kernel in het tekstbestand /etc/default/grub
, waarna u het volgende commando in de terminal moet geven
sudo /usr/sbin/grub2-mkconfig --output=/boot/grub2/grub.cfg
om te zorgen dat het effect heeft. Voeg het, voor het oude Grub, toe aan de commandoregel van de kernel in /boot/grub/menu.lst
, eveneens als root. Deze optie verzekert dat de juiste kernelmodule (intel, radeon, nouveau) wordt geladen met modeset=0
in initrd
, dwz. KMS is uitgeschakeld.
In zeldzame gevallen, bij het laden van de DRM-module uit initrd
, is er een algemeen probleem, niet gerelateerd aan KMS. Het is zelfs mogelijk om het laden van de DRM-module volledig uit te schakelen in initrd
. Stel hiervoor de NO_KMS_IN_INITRD
sysconfig-variabele in op yes
via YaST, die dan later initrd
opnieuw aanmaakt. Herstart uw machine.
Op Intel zonder KMS valt de X-server terug op het stuurprogramma fbdev
(het intel
stuurprogramma ondersteunt alleen KMS); als alternatief is er voor oudere GPU's van Intel het stuurprogramma "intellegacy" (xorg-x11-driver-video-intel-legacy
pakket) beschikbaar, dat nog steeds UMS (User Mode Settings) ondersteunt. Om het te gebruiken bewerkt u /etc/X11/xorg.conf.d/50-device.conf
en wijzigt u het stuurprogramma item in intellegacy
.
Op ATI voor de huidige GPU's valt het stuurprogramma terug op radeonhd
. Op NVIDIA zonder KMS wordt het stuurprogramma nv
gebruikt (het stuurprogramma nouveau
ondersteunt alleen KMS). Opmerking: nieuwere ATI en NVIDIA GPU's vallen terug op fbdev
, als u de kernel-boot-parameter nomodeset
specificeert.
Standaard start openSUSE nu op met systemd. Als er problemen zijn dan kunt u terugvallen op de verouderde manier sysvinit door bij het opstarten op de F5-toets in te drukken. Voor meer informatie over beperkingen bij het booten met sysvinit, zie Paragraaf 4.2, “sysvinit Verouderd”.
systemctl ondersteunt alleen "standaard" parameters (zie http://www.freedesktop.org/wiki/Software/systemd/Incompatibilities).
U kunt dit nieuwe gedrag omzeilen door het opstartscript direct aan te roepen, bijvoorbeeld:
cd /etc/init.d ./apache2 <uw_parameters>
Om het systeem helemaal te stoppen wanneer systemd wordt gebruikt, geef dan halt -p of shutdown -h now op de commandoregel of gebruik de afsluitknop in uw bureaubladomgeving.
Opmerking: Gewoon halt geven zal het systeem niet juist afsluiten.
systemd koppelt verschillende mappen die bedoeld zijn om alleen vlottende (tijdelijke) gegevens te bevatten, als tmpfs bestandssystemen: /run
, /var/run
, /var/lock
en /media
zijn zulke mappen. Voor achtergrondinformatie, zie http://lwn.net/Articles/436012/.
Opmerking: Sla geen bestanden, die bedoeld zijn om een opstart van het systeem te overleven, op in /run
, /var/run
, etc.
systemd behoudt mappen zoals gespecificeerd in de tmpfiles.d
mappen en in /lib/systemd/system/systemd-tmpfiles-clean.timer
. Voor meer informatie, zie de manpagina tmpfiles.d
.
systemd schoont tmp
mappen dagelijks standaard op zoals ingesteld in /usr/lib/tmpfiles.d/tmp.conf
:
d /tmp 1777 root root 10d d /var/tmp 1777 root root 30d
Opmerking: systemd houdt geen rekening met sysconfig-variabelen in /etc/sysconfig/cron
zoals TMP_DIRS_TO_CLEAR
.
Gnome en Xfce gebruiken nu udisks2
om automatisch USB-media aan te koppelen onder /run/media/$USER
. KDE gebruikt nog steeds udisks versie 1 en koppelt USB-media onder /media
.
Met kernel 3.4 zijn er twee manieren om partities voor loopback-apparaten te hebben. De eerste is met max_part
en de tweede is met de parameter -P
van losetup. Ze gedragen zich enigszins verschillend omdat -P
dynamisch minor-nummers voor elk apparaat zal toewijzen (inclusief ze in bedrijf toevoegen of verwijderen met blockdev --rereadpt). Gebruik van de parameter max_part
maakt dat elk loop-apparaat even zovele minor-nummers voor elk apparaat zal toewijzen.
Dus wanneer u max_part=8
gebruikt en max_loop
niet wijzigt, die standaard 8
is, dan gebruikt u alle toegekende minor-nummers met het eerste apparaat.
De oplossing is ofwel -P
te gebruiken of ook max_loop
te gebruiken.
De derde regel van /etc/adjtime
bevat nu informatie over of uw BIOS-klok op UTC is ingesteld of in de lokale tijdzone (voorheen opgeslagen in HWCLOCK
in /etc/sysconfig/clock
).
Als /etc/adjtime
foute drift-informatie bevat (bijvoorbeeld na het wijzigen van de datum en tijd met ntpdate of u hebt ntpd actief), stel de variabele USE_ADJUST
in op "no
" in /etc/sysconfig/clock
.
GNU tar gebruikt nu standaard --format=posix
en maakt POSIX-compliant archieven met PAX extended headers. Controleer of uw scripts en toepassingen compatibel zijn met dit formaat.
Het voorgaande gedrag (en standaard upstream) kan hersteld worden door de omgeving in te stellen op:
TAR_OPTIONS='--format=gnu'
of
TAR_OPTIONS='--pax-option=delete=[ac]time*'